Italië 2022
Woensdag 25 mei 2022 Brennerpas 57 km 1081 hm
Jaren geleden had ik het plan om in 4 vakanties vanuit Nederland via Cornwall -Midden Engeland route- naar Istanbul te fietsen. Corona-lock downs hebben dit plan verstoord. Ik ben wel 3 jaar geleden via Cornwall naar Zwitserland gefietst, maar door de Corona lock-downs ben ik 2 jaar geleden ook aan de "Honderd Cols Tocht" begonnen. De afgelopen 2 zomers heb ik een deel van de "Honderd Cols Tocht" gefietst en komende zomer wil het laatste deel van deze tocht fietsen.
Voor de route naar Istanbul begin ik nu aan het traject van Innsbruck naar Rome. Met Ine en Marcel heb ik afgesproken om in één van de komende jaren te proberen samen van Rome naar Istanbul te fietsen. Dan blijft er nog het traject van Le Chaud de Fonds - in de Jura in het westen van Zwitserland- naar Innsbruck in Oostenrijk over. Ik heb nog geen idee wanneer ik dit traject ga fietsen.
Na een prima nacht in de trein zeg ik mijn gezellige coupe-genoot gedag en wandel ik met mijn fietstassen naar mijn fiets die een treinstel verder in de trein staat. Op het station van Zürich wil ik zo snel mogelijk uit kunnen stappen. Ik zou normaal gesproken 35 minuten de tijd hebben om over te stappen op de trein naar Oostenrijk. Helaas heeft de trein 36 minuten vertraging. Iemand helpt me nog om met mijn tassen snel uit te stappen in Zürich. Terwijl ik nog voor de trein uit Nederland sta, zie ik een perron verder de trein naar Oostenrijk weg rijden.
Op het kantoor van de Zwitserse spoorwegen wordt mijn ticket gratis omgeboekt. Ze kunnen voor me een plaats voor de fiets reserveren op de eerst volgende trein, die 2 uur later dan gepland vertrekt. Een zitplaats kunnen ze niet meer reserveren. Het is me niet duidelijk of dit is omdat de trein al vol is of omdat dit te kort voor vertrek is. De vrouw achter de balie gaat het navragen op het kantoor en komt een kwartier later terug. Ze schrijft met de hand op mijn ticket een paar aantekeningen die ik in de trein moet laten zien. Ze zet er een flinke stempel bij, zodat het allemaal echt lijkt.
In de trein naar Innsbruck zie ik dat hoe later ik vandaag zal vertrekken in Innsbruck, hoe beter het weer zal zijn. Maar met een later vertrek vraag ik me wel af of ik vandaag nog de Brennerpas over kan fietsen. Dat vind ik belangrijk, omdat ik dan morgen in de ochtend meteen kan beginnen aan de beklimming van de 2215 meter hoge Penser Joch.
Zodra we Oostenrijk in rijden met de trein moeten we allemaal een mondkapje op zetten. Het wordt steeds drukker in de trein. Mijn zitplaats moet ik verlaten omdat iemand deze plaats heeft gereserveerd. Op het einde van de reis zitten we met 6 personen op de grond bij de fietsen. Het is een heerlijke vakantiedrukte in de trein. Iedereen helpt elkaar bij het in en uit stappen. Ik help een vrouw haar zware elektrische fiets op te hangen in het fietsenrek.
Een paar uur later fiets ik in Innsbruck meteen de stad uit. Na een paar kilometer druk stadsverkeer met diverse stoplichten fiets ik de bergen in. Ik had gehoopt lekker rustig te kunnen beginnen met fietsen. Dan had ik waarschijnlijk beter de drukke oude Brennerpas kunnen fietsen. Nu heb ik een alternatief met meteen al stukken met 10% stijgingspercentage. Ik heb dit jaar nog maar een paar honderd kilometer gefietst en met volle bepakking heb ik nog helemaal niet gefietst. Dit is dus meteen een flinke test voor mijn benen.
Na een uur fietsen heb ik 7 kilometer afgelegd en sta ik met 350 hoogtemeters hoger. Er volgt daarna een rustig fietspad door prachtige alpenweiden. Aan de andere zijde van het dal zie ik de snelweg en de Brennerpas liggen als een schijnbaar rechte streep door het dal zonder heuvels.
Op een hoogte van net boven de 1000 meter hoogte gaat mijn route heuvel op en heuvel af. Op de steile helling aan het begin van de tocht heb ik mijn windstopper uit gedaan. Nu voelt mijn natte shirt koud aan in de korte afdalingen.
Op één van de stukken bergop fietst een groepje vakantiefietsers met elektrische fietsen me voorbij. "Du bist der Beste!", roept één van de fietsers naar me. Even later stopt de groep en haal ik ze weer in. Ik zie nu dat ze allemaal warme lange broeken en warme jassen aan hebben. Ik zit me hier in het zweet te werken. "Zou dat elektrische fietsen zo makkelijk zijn dat deze mannen het zelfs op een bergpas niet warm krijgen?", vraag ik me af.
Op het moment dat ik zie dat ik een paar kilometer ga afdalen richting de Brennerpas, doe ik mijn windstopper weer aan. Op de Brennerpas is het een paar kilometer behoorlijk druk. De laatste kilometers naar de pashoogte zijn weer rustig. De groep fietsers haalt me voor de top weer in. Dit keer is het commentaar "respect".
De pashoogte zelf is geen hoogtepunt, maar de afdaling aan Italiaanse zijde wel. Deels fiets ik over fietsroutes en deels lekker snel naar benden over de hoofdweg. De stukken op de fietsroute gaan over leuke kleine bergweggetjes in een fraai berglandschap. Op die kleine bergweggetjes zitten nog een paar kuitenbijters.
Sterzig is een verrassend fraai dorp. Ik heb gezien dat de camping achter dorp gesloten is. Midden in het dorp vraag ik bij een hotel of ze nog een kamer vrij hebben. Helaas het hotel is vol geboekt. Aan de zuidzijde van Sterzig heb ik meer geluk. Voor slechts € 75,-- krijg ik een ruime tweepersoonskamer met balkon en ontbijt.
Ik douche me snel omdat om 20.30 uur de keuken dicht gaat. Ik ben daarna ruim op tijd in het restaurant. Ik verbaas me over de lage prijzen in het fraaie hotel met restaurant. Een hoofdgerecht is tussen de € 9 en € 16 en ze hebben ook nog een 3 gangen menu voor € 14,--. Dat laatste bestel ik. Na het heerlijke hoofdgerecht zit ik al helemaal vol. Als ik een toetje van aardbeien met vanille-ijs krijg aangeboden, dan kan ik dat toch niet weerstaan.
Ook al ben ik in Italië, ik heb nog niemand Italiaans horen praten. Iedereen spreekt Duits hier.
Om buiten te zitten op mijn balkon vind ik het te koud. Op mijn kamer kijk ik naar de finale van Feyenoord tegen AS Roma.
Vrijdag 27 mei 2022 Kramp op de Passo Manghen 87 km 2348 hm
Vanaf de camping in het Adige-dal zie ik een weg met indrukwekkende haarspeldbochten tegen de berghelling achter het dorp liggen. Laat dit nu ook de weg zijn die ik gepland heb om vanaf Auer Ora de bergen in te fietsen. Het is een beetje grote weg, dus de stijgingspercentages zijn laag. Het uitzicht over het Adige-dal is al snel indrukwekkend gaaf.
Zolang ik op de weg met haarspeldbochten fiets, fiets ik in de schaduw van een bergwand. Het voelt een beetje vochtig aan en het is net warm genoeg om zonder jas bergop te fietsen. Mijn shirt is al snel drijfnat van het zweten.
Na de haarspeldbochten fiets ik verder naar het oosten de bergen in. Voor het hoogste punt van ruim 1100 meter -ik vertrok op 250 meter boven zeeniveau- fiets ik door een dorpje. In de dorpswinkel koop ik een fles cola. Ik wil een klein flesje kopen, maar ze hebben alleen een 1,5 liter fles. Ik denk dat ik die fles wel op krijg, maar het is natuurlijk ook een flink extra gewicht om mee naar boven te fietsen.
Na een kleine afdaling ben ik al ruim voor de middag bij het startpunt van de Passo Manghen op een hoogte van ruim 800 meter. De eerste kilometers gaan met 3,7% omhoog, toch voelen mijn benen al zwaar na het klimwerk van vanochtend. Over een smalle bergweg fiets ik langs een beekje omhoog. Ik neem al snel een pauze. De bergwind is fris, dus ik ga zo veel mogelijk in de zon zitten.
Naarmate ik hoger klim, wordt het landschap fraaier en mijn benen zwaarder. In het begin zijn er nog veel motorrijders op de weg, maar het wordt snel rustiger. Er zijn niet veel wielrenners, maar wel meer dan gisteren op de beklimming van de 2215 meter hoge Penser Joch.
Elke kilometer staat er voor fietsers een bordje met het stijgingspercentage van de komende kilometer. Ook staat er op het bordje hoeveel kilometers ik heb afgelegd van de 16 kilometer lange beklimming. Op 1500 meter hoogte schiet er kramp in mijn linker bovenbeen op de eerste serie haarspeldbochten. In een bocht rek ik mijn beenspieren een beetje op.
Ik wil natuurlijk rustig verder fietsen. Echter de weg blijft kilometers lang met 10% omhoog gaan. Rustig fietsen is onmogelijk om mijn fiets rollende te houden op de steile bergweg. Toch ben ik wel blij dat het nergens extreem steil is. Er staat wel een paar keer een bordje met 15%, maar dat zijn steeds hele korte stukjes waar ik toch redelijk goed over heen kan fietsen.
De uitzichten en het heerlijke fietsweer zijn om van te genieten. Bij de tweede serie met haarspeldbochten neem ik noodgedwongen steeds de buitenbochten. De binnenbochten zijn te steil voor me om op te fietsen.
Drie kilometer voor de top -op ruim 1700 meter hoogte- eet ik een broodje. Ik zit in de zon langs de weg. Er is hier geen schaduw. Ik ben nog niet boven de boomgrens, maar alle bomen om me heen zijn gekapt. De enkele boom die nog wel overeind staat is dood.
Bij de derde -en laatste- serie haarspeldbochten moet ik steeds rechts blijven fietsen in verband met het verkeer. Gelukkig zijn hier de binnenbochten niet extreem steil. Een kilometer voor de top neem ik nog een korte pauze. Een wielrenner ziet me staan en roept dat het nog maar een klein stukje is naar de top.
Vijf minuten later fiets ik achter de wielrenner aan. Een "logging truck" rijdt zich vast op de smalle bergweg. Een auto moet een flink stuk achteruit omhoog rijden om de truck te kunnen laten passeren.
Net voor de top stop ik niet bij de Manghen berghut, maar ik fiets meteen door naar de top. Op de top maak ik enkele foto's. Op verzoek maak ik ook een paar foto's van motorrijders. Ik doe mijn windstopper aan en daarna “suis” ik naar beneden.
Dit was weer een schitterende bergpas. Onder in het dal moet ik meteen weer kilometers omhoog fietsen. Op het einde van deze klim heb ik mijn track dwars door een bergdorp gelegd. Dat leek me thuis de kortste route. Nu blijkt dat dit ook de steilste route is. Eerst fiets ik steil omhoog over kinderkopjes door het dorp en daarna is er een extreem steil asfalt weggetje. Het is ruim 25% en verboden om doorheen te rijden. Fietsen is voor me ook niet meer mogelijk aan het einde van deze fietsdag. Pasje voor pasje probeer ik mijn zware fiets omhoog te duwen naar de "normale“ weg.
Er volgt een heerlijke afdaling met spectaculaire bergen om me heen. Het laatste stuk volg ik een fietsroute door een breed dal. Ik ben gesloopt vandaag. De laatste kilometers zit ik hijgend op mijn fiets terwijl de weg bijna helemaal vlak is. Vijf kilometer voor de camping neem ik nog een kleine pauze, maar daar rust ik niet van uit.
Bij Lago de Caldonazzo kom ik in het massatoerisme terecht. De camping is weer vol geboekt, maar men vindt toch nog een klein plaatsje voor me.
Als mijn tent staat ga ik naast de camping in een restaurant met uitzicht op het strand zitten. Ze hebben alleen een plekje voor me in de zon. Ik zit meteen te zweten en besluit weer op te stappen. Als de ober me ziet op staan, blijkt dat hij binnen -onder heerlijke ventilatoren- nog een plekje voor me vrij heeft. Ik moet dan wel binnen 5 kwartier weer vertrekken omdat alle tafels dan zijn gereserveerd.
Het restaurant ziet er luxe uit. Er lopen ook veel obers rond. Het lijkt wel of de obers per meter loopwerk betaald krijgen. Ze lijken heel inefficiënt rond te rennen. Een ober heeft een hele natte rug van het zweet. Het lijkt wel of hij over Passo Manghen aan het fietsen is.
Ik bestel een calzone pizza en die is heerlijk. Ik voel de vermoeidheid van vandaag ook in mijn armen en rug. Op het laatst heb ik zelfs moeite om mijn pizza te snijden. Mijn armen willen niet meer bewegen.
De eindafrekening is niet duur. Zelfs niet met € 2,50 extra voor het bestek. Dat laatste vind ik een vreemde Zuid Europese gewoonte. Maar ja, ik ben in een vreemd land en daar hebben ze vreemde gewoontes.
Na een ijsje op het terras voor de camping wandel ik kort na zonsondergang een stukje langs het meer. Het is gezellig druk langs het meer. Dat laatste kun je niet zeggen van de restaurants die achter het strand staan. Daar is het topdrukte. Het geluid dat van de restaurants afkomstig is lijkt wel op het geluid van een mega kippenstal. Wat een gekakel!
Ook als ik daarna een kopje thee maak bij mijn tent is het zeker niet rustig. Vanuit 4 richtingen hoor ik muziek op me af komen. Wat een contrast met de volle, maar toch rustige camping gisteren. Gelukkig kan ik goed tegen herrie, ook als ik wil slapen.
Zondag 29 mei 2022 Tegenwind in wijngaarden 110 km 612 hm
De camping van Verona ligt op een prachtige locatie. Vanaf de heuvel waarop de camping ligt kijk ik uit over de oude stad. Via enkele haarspeldbochten daal ik af naar de Adige. Ik fiets langs het Teatro Romano dat aan de rivier ligt. Ik ben vroeg op weg. Binnen een uur worden alle wegen naar het centrum afgesloten voor de laatste dag van de giro.
Ik fiets de binnenstad niet in, maar fiets meteen de stad uit. Na de regen van gisteren en vannacht staat er een harde noordoosten tegenwind. Het heerlijke warme weer is verdwenen en het voelt met 15 graden onbehaaglijk koud. Ik moet hard werken om 12 kilometer per uur te fietsen door het open landschap met vooral wijngaarden. Ik zie er al snel tegen op om vandaag nog 100 kilometer tegen de wind in te beuken. Ik neem me voor om telkens maar 10 kilometer te fietsen en dan steeds even pauze te houden.
Mijn benen hebben helemaal geen zin om te fietsen. Gisteren heb ik ruim 130 kilometer gefietst, waarvan de laatste 60 kilometer ook al tegen deze harde wind in. Gelukkig was het wel een prachtige tocht die begon met haarspeldbochten om uit het dal van de Lago di Caldonazzo te klimmen. Daarna volgde een prachtige afdaling naar de fietspaden langs de Adige en vervolgens naar het Gardameer. Het noorden van het Gardameer is prachtig, net als de kustweg naar Garda. Met een pittige klim verliet ik bij Garda het Gardameer, om vervolgens weer terug te keren op het fietspad langs de Adige. Gesloopt kwam ik aan in de prachtige oude stad Verona.
Het is zondag, maar hier zijn de bakkers gewoon open. Na 10 kilometer bestel ik een verse jus en een mini gebakje met aardbeien. Weer op weg fiets ik al snel door de prachtig groene wijnvelden met zicht op heuvels verder naar het noorden. Nadat er 4 fietsers op elektrische fietsen met bagage zijn gepasseerd, houd ik mijn volgende pauze tussen de druivenstruiken. Achter de druivenstruiken is even wat minder wind. Een oude man stopt met zijn auto en vertelt me iets in het Italiaans. Ik denk dat hij me vertelt dat ik op het terrein van een wijnboer sta.
Na de pauze zie ik al snel de oude ommuurde stad Soave met een kasteel op de berghelling er achter. Ik fiets even door de oude stad, die er prachtig uit ziet. Gelukkig heb ik weer een onderbreking van het beuken tegen de wind.
Op 20 kilometer klim ik naar een hoog gelegen casco van een grote oude kerk. Dat bergop fietsen bevalt me een stuk beter. In de heuvels zijn er meer bomen langs de weg en ben ik even verlost van die vieze koude tegenwind. Ook na de kerk blijft de weg omhoog gaan en daar ben ik zeer tevreden over. Elke kilometer bergop betekent 1 kilometer bergop en ook nog 1 kilometer bergaf waar ik niet tegen de wind in hoef te beuken op mijn pedalen.
Lange tijd komt er geen echte afdaling. Over een fraaie slingerweg fiets ik door de heuvels -zonder de lastige tegenwind- tot aan de Basilica di Monte Berico. Voor deze basiliek is soort "terras" met een indrukwekkend uitzicht over de oude stad van Vicenza.
Na een afdaling kom ik de stad in bij de Piazza del Duomo. Op het plein naast de kerk met imposante voorgevel is een klein muziek festival. Bij één van de 5 stalletjes die om het podium staan probeer ik wat te bestellen. Om eten of drinken te bestellen moet ik eerst kaartjes kopen bij het stalletje met de kassa. Daarna haal ik aan de andere zijde van het plein een frisdrank en bestel ik iets te eten bij weer een ander stalletje. Op een soort op de kop staande bloempotten ga ik zitten genieten van de muziek. Pallets doen dienst als tafels.
Door de fraaie oude binnenstad fiets ik na mijn pauze naar de Piazza del Signori. Hier staan de fraaiste gebouwen van de stad. Nu ik Venetië nader lijken overal hoge en super slanke kerktorens te staan.
In de middag fiets ik veel over rivierdijken naar Padua. De wind is niet meer zo sterk als vanochtend en ik kan nu met een beetje door stampen op de pedalen 16 tot 17 kilometer per uur fietsen. Tien minuten moet ik schuilen voor een flinke regenbui. De 4 fietsers op elektrische fietsen -die me vanochtend ook voorbij fietsten- komen me nog 2 keer voorbij fietsen. Het lijkt erop dat we vandaag dezelfde fietstocht maken.
Van de oude binnenstad van Padua zie ik eerst de Prato della Valle. Een groot plein met een paar fraaie gevels, een indrukwekkende rij met beelden langs een rond lopende waterpartij en een grote kerk op de achtergrond. Vervolgens fiets ik, met vele onderbrekingen om foto's te maken, door alweer een super gave oude stad.
Aan de andere kant van het centrum heb ik een hotel geboekt omdat er geen campings in de buurt zijn. Op de rand van het centrum is er onder een fraaie rij bomen langs een rivier een soort uitgaans-straatje met stalletjes. Het is maar 500 meter van mijn hotel. In het begin van de avond eet ik hier een pizza.
Morgen fiets ik naar de "camping in town" bij Venetië. Dit is geen camping maar een vakantiepark waar ik voor een nacht een stacaravan heb gehuurd. Vanaf deze "camping" wil ik naar Venetië fietsen, om daar de mooie oude stad te bekijken.
Woensdag 1 juni 2022 Terug in de bergen 119 km 1345 hm
Ik ben midden in de Po-vlakte. Deze rivierdelta lijkt een beetje op Nederland. Het land is vlak en er zijn rivierdijken en kanalen. Het verschil is dat er hier veel akkerbouw is terwijl we in Nederland vooral veel grasland hebben.
De camping net voor Ferrara was gisteren gesloten. Ik ben toen de stad in gefietst en 100 meter voor het grote kasteel -Castello Estense- in het centrum zag ik een klein hotel. Het is een leuk familiehotel. Mijn kamer is aan een patio op de eerste verdieping. De deuren van mijn Franse balkon hebben de hele nacht open gestaan. Ik ben zoals steeds deze reis weer vroeg op. Om 7 uur staat er al een uitstekend ontbijtbuffet. Bij een hotelkamer van slecht € 60,-- is dit een aangename verrassing.
Zoals gezegd ligt Ferrara net als Nederland in een rivierdelta. Ze hebben hier net als in Nederland ook veel gebouwd met bakstenen. De baksteenarchitectuur is wel compleet anders dan in Nederland. Vanaf mijn hotel fiets ik eerst langs de Castello Estense en daarna langs de prachtige Duomo.
Het is mistig vanochtend. Uren lang fiets ik door het vlakke land met 50 tot 200 meter zicht. Halverwege de ochtend is de mist plotseling weg en zie ik een strak blauwe lucht. Dit duurt maar even, er verschijnen al snel wolken en het wordt broeierig warm.
Op het einde van de ochtend fiets ik door Bologna. Dit is weer één van die prachtige oude steden van Italië. Het heeft net als Ferrara veel baksteengebouwen. Toch stop ik maar een paar keer om een foto te maken. Ik voel me opgejaagd door het drukke verkeer. De fietsroute dwars door de stad is een vrij drukke weg. Wandelen kun je er waarschijnlijk prima. Langs de route zijn allemaal loggia's waar je heerlijk rustig kunt wandelen en winkelen.
Meteen na de stad gaat de weg heel langzaam omhoog de bergen in. In het begin is er nog vrij veel verkeer, maar dat wordt steeds minder. Urenlang fiets ik heel langzaam omhoog. Ik begin behoorlijk moe te worden. Ik heb nog bijna geen pauze genomen door het goede ontbijt. Na 60 vlakke kilometers en 20 kilometer klimmen ga ik toch maar af en toe pauze houden. En dat is maar goed ook, want de laatste 5 kilometers van de beklimming van de Passo della Raticosa zijn een stuk pittiger dan het lange bijna saaie fals plat gedeelte in het begin van de bergpas.
Na ruim 100 kilometer fiets ik door een groen berglandschap over de 968 meter hoge bergpas. Het venijn zit vandaag in de staart. Er volgt een korte afdaling en daarna nog wat klimwerk naar de 903 meter hoge Passo della Fruta. Op de bergpas is een afslag naar de camping. Hier moet ik nog een extra kilometer bergop fietsen.
Op de camping ga ik zwemmen in het kleine zwembad. Lang blijf ik daar niet. Na een warme fietsdag is normaal een frisse duik wel aangenaam. Dat is de duik in het frisse water nu ook, maar als ik uit het water kom voel ik de frisse bergwind. Na mijn tweede "duik" in het water laat ik me snel door de heerlijk warme zon op drogen.
Om 19.00 uur heb ik een tafel gereserveerd in het pizza-restaurant van de camping. De pizza is heerlijk, net als al het eten de afgelopen dagen. Bij het afrekenen neem ik nog een zakje chips en een croissant met vulling mee. Die croissant hoef ik niet af te rekenen. Die is van vanochtend en niet meer vers genoeg om te verkopen. Met een kopje thee er bij -voor mijn tent- smaakt die croissant nog uitstekend.
Zaterdag 4 juni 2022 Italiaans hotel 85 km 926 hm
Ik ben in een typisch Italiaans hotel. Dit is niet helemaal eerlijk wat ik nu schrijf. Tot nu toe heb ik in goedkope en uitstekende hotels overnacht, die allemaal een perfecte service hadden en een uitstekend ontbijtbuffet. Dat buffet stond ook altijd ruim op tijd klaar.
Gisteren had ik voor de derde keer deze reis een gesloten camping, waardoor ik op zoek moest gaan naar een hotel. In Castel de Piano -waar de camping dus gesloten was- ben ik bij 2 hotels geweest. Beide hotels hadden geen kamer meer vrij. In het volgende dorp was het hotel/B&B ook vol geboekt. Weer een paar kilometer verder vond ik op 800 meter hoogte dit hotel midden in de bergen.
Een paar minuten voor 8 uur loop ik de ontbijtzaal binnen. De verwachting is dat het vandaag erg warm gaat worden. Ik had dus eigenlijk wel wat eerder willen ontbijten, maar dat was niet mogelijk, werd me gisteren verteld. De hoofdober -zo noem ik hem omdat dit de ober is met de grootste mond- vertelt dat over 10 minuten het ontbijt klaar zal zijn. Ik geloof de hoofdober niet. De reden dat ik hem niet geloof is omdat hij zo'n ouderwets druk type Zuid Europeaan is, die altijd van alles beloven maar die geen klok kunnen kijken. En volgens mijn bevooroordeling kan hij zich ook vooral in de ochtend niet goed aan afspraken houden. Ik hoop niet dat ik nu een half uur -zolang denk ik dat het nog wel zal duren- op een waardeloos ontbijt van een sneetje brood met bakje jam zit te wachten.
De hoofdober had gisteren allemaal fantastische verhalen, die hij vertelde aan de Italiaans en Frans sprekende gasten. Ik spreek beide talen niet, dus gelukkig heb ik maar weinig begrepen van zijn grootspraak. Hij vertelde dat hij op de beste en duurste plekken van Londen en Ierland heeft gewerkt en dat hij overal expert in is. Gezien zijn matige service en inefficiënte werkmethode zou het mij niet verbazen als ze hem bij al die dure restaurants allemaal ontslagen hebben en dat hij nu in dit van god en alleman verlaten berghotel de kost moet verdienen.
Een andere gast informeert naar het ontbijt. Nu wordt de hoofdober boos dat hij altijd maar dag en nacht klaar moet staan voor zijn gasten. In plaats van helpen met het bereiden van het ontbijt loopt de hoofdober met een stel gasten naar buiten. Ze vragen hem of dit nu het park is waar ze kunnen gaan wandelen -volgens de hoofdober- tot het ontbijt klaar is. Nogal teleurgesteld zien de andere gasten de kleine tuin van het hotel en aan de overzijde van de straat zien ze bordjes van wandelingen in het natuurpark aldaar.
Een half uur later zijn er 6 tafels met mensen die willen eten in de ontbijtzaal. Twee andere obers komen ondertussen de bestelling van thee en koffie op nemen. Omdat de ober bij mijn geen bestelling komt op nemen, zwaai ik een tijd lang naar hem. Het duurt een tijdje tot hij op het idee komt dat ik ook wat wil bestellen.
Terwijl ik wacht op wat komen gaat, neem ik alvast een flesje jus en een bordje yoghurt. Dit is het enige dat op de grote tafels voor het buffet al klaar staat. Even later krijg ik heet water. Ik krijg ook een kopje met het verkeerde schoteltje er bij. Dus zet ik het kopje maar op het tafelkleed, want op dat schoteltje past het echt niet. Ik krijg ook bestek, dat bij mij verkeerd om wordt neer gelegd op een niet al te fris servetje. "Goedemorgen", denk ik, "zijn we allemaal wakker vandaag." Ik ga niet vragen om een theezakje. De obers hebben al te dealen met 6 tafels met ongeduldige gezichten erachter.
Tien minuten later wordt er een hele grote etagère binnen gebracht. Op de bovenste etage liggen allemaal vers gebakken croissants. Op de middelste etage liggen koekjes en kleine broodjes en op de onderste etage ligt vers fruit. Het is heerlijk.
Toch wil ik dit hotel vergelijken met de goedkope hotels tot nu toe op deze reis. Dit hotel kost me € 120,-- en daarbij zou je niet verwachten dat het ontbijt en de service een stuk minder goed zijn dan bijvoorbeeld het hotel in Ferrara waarvoor ik maar € 60,-- betaalde. Het begint een beetje op de campings in Frankrijk te lijken, waar hoe goedkoper de camping is, hoe beter het gras is.
Bij het afrekenen van het hotel zou ik in Nederland zeggen dat de 2 baliemedewerkers ruzie hebben. Hier in Italië hebben ze gewoon een kleine woordenwisseling die je best mag houden terwijl er een klant voor je staat te wachten. Ik betaal het hotel met mijn creditcard. Ik vraag nog naar het bedrag. Eigenlijk wil ik de rekening zien, maar de arrogante baliemedewerker vertelt dat ik ook gegeten heb gisterenavond. Daarmee moet ik het maar doen. Ik geef maar akkoord. Ik heb er genoeg van, maar ik had natuurlijk moeten controleren of die ene cola die gisteren nooit is aangekomen toevallig wel op mijn rekening is geplaats.
Gisteren heb ik mijn pinpas verloren. Ik ben blij bij het betalen dat ik de pincode van mijn creditcard nog weet. Die creditcard heb ik al jarenlang niet gebruikt.
Om 9 uur zit ik op mijn fiets. Het is bewolkt maar wel al lekker warm. Kilometers daal ik af door een wat ruig groen berglandschap. Net als ik denk de bergen uit te fietsen, draait de weg terug naar het noorden, terug de bergen in. Over een bijna verlaten weg klim ik weer 300 meter omhoog.
Na het hoogste punt daal ik niet meteen af. Kilometers lang blijft de weg boven de 800 meter. In Castella Azzara is het even levendig in de dorpsstraat. Dit is een prachtig oud bergdorp met een mega groots uitzicht op de heuvels er omheen.
Na het dorp volgt weer een heerlijke afdaling. Driehonderd meter lager lijkt het wel 5 graden warmer. Ik fiets ook niet meer door bossen, maar meer door akkers en grasland.
Na weer een afdaling kom ik bij Sorano. Dit is het mooiste bergdorp van deze reis. Vanuit de verte maak ik al foto's van dit tegen de berghellingen aan gebouwde dorp. Na een kleine beklimming kom ik op het mooiste uitzicht over het dorp. Op de berghelling recht voor me en onder me kijk ik door de straten van het oude dorp.
Iets hogerop de berghelling is er tegenover de supermarkt ook zo'n fraai uitzicht. Nog voor ik het dorp uit fiets is er een derde uitzicht punt. Daar ga ik even op een bankje zitten en een appel eten. Op een paar plaatsen is de bewolking open gebroken. Ik wacht een kwartier, in de hoop dat ook hier de zon gaat schijnen en ik mooiere foto's van het dorp kan maken. Maar helaas de zon gaat niet schijnen op het dorp.
Na de pauze klim ik tot bijna 700 meter hoogte. Daarna daal ik af naar Lago di Bolsena. Langs de aardige kustweg zie ik een paar campings. Ze zien er niet fraai uit. Ik fiets verder tot Capodimonte. Het is wel een risico, dat er misschien geen camping meer is verderop aan het meer. Maar anders stop ik wel heel erg vroeg vandaag en op deze manier zijn de kilometers op mijn laatste vakantiedagen beter verdeeld.
Bij Capodimonte zie ik geen camping op mijn gps staan. Ik pak mijn telefoon er bij. Op de kaart op mijn telefoon staat wel een camping aangegeven. Met de telefoon in de hand fiets ik een klein stukje terug naar een agricamping op 100 meter van het strand. Het sanitaire is niet erg goed, maar ze hebben prachtige schaduwplekken voor tenten. Dat laatste is erg fijn want de zon gaat steeds vaker schijnen en dan is het meteen erg warm in de zon.
In de middag wandel ik een stukje langs het strand. Het strand is zwart. Dit lijkt een meer in een oude vulkaankrater te zijn. Vlak voor Capodimonte eet ik bij de jachthaven een ijsje bij een van de vele strandtenten. In het begin van de avond wandel ik nog naar het strand om een pizza te eten en na zonsondergang maak ik nog een strandwandeling in deze relaxte "badplaats".
Maandag 6 juni 2022 Aanrijding 53 km 482 hm
Met 8 kilometer per uur fiets ik s ’morgens vroeg de krater uit van Lago di Bracciano. Het lijkt op een ochtend spits op de maandag van Pinksteren. Auto’s passeren me veel te dicht bij op deze matige asfaltweg, waar ik af en toe gaten in het asfalt moet ontwijken.
Terwijl ik mooi strak op de rand van de weg fiets, wordt ik van achteren aangereden door een auto. De bumper van de auto ramt in mijn linker fietstas. Ik word de berm ingeduwd en krijg steeds meer snelheid. De bestuurder van de auto trapt op de rem. De auto glijdt naar de rand van het asfalt en ramt mijn fietstas nogmaals verder naar voren.
Ik heb geen enkele controle over de situatie. Ik word verder de berm ingedrukt. Mijn voorwiel komt in de greppel langs de weg terecht. Mijn voorwiel duikt naar beneden en komt tot stilstand in de greppel. Mijn achterwiel wordt steeds verder omhoog geduwd. Op het moment dat mijn achterwiel boven mijn voorwiel staat vallen mijn waterflessen uit de houders en denk ik dat ik over de kop ga. Precies op tijd schiet mijn achtertas los en in plaats van voorover val ik op zij in de struiken.
Ik sta op. Even doet mijn been wat pijn, maar de pijn verdwijnt meteen weer. Het lijkt erop dat ik niets heb. Even bijkomen en met de bestuurder praten. Die spreekt gelukkig goed Engels. Hij zegt dat hij door de laag staande zon en de auto voor hem mij geheel niet heeft gezien. Hij reed gelukkig niet hard.
Ik controleer of mijn fiets schade heeft. Alles lijkt onbeschadigd. Wel moet ik de onderbeugel van mijn linker fietstas opnieuw afstellen. Die beugel is helemaal verschoven. Onbegrijpelijk vind ik het dat de bagagedrager niet gebroken is. Ik vergeet de spullen in de tas te controleren. De auto heeft de tas geraakt ter plaatse van mijn slaapzak.
Ik ben blij als ik 2 kilometer na de aanrijding een zandweg op fiets. Het is heerlijk om even geen verkeer te hebben. Weer een paar kilometer verder fiets ik toch weer op een asfaltweg 2 heuveltjes over. Na een paar flinke afdalingen kom ik op een fietsroute op een rivierdijk. Langs de Tiber fiets ik zo zonder autoverkeer Rome in. Nog voor de middag ben ik in de fraaie wijk ten noorden van het Vaticaan.
Ik krijg een appje dat iemand de sleutel van het appartement komt brengen dat ik voor vannacht geboekt heb. Ik heb ondertussen al mot de beheerder van complex waar mijn appartement op de 6e verdieping is. Fietsen mogen hier niet naar binnen. Als een man de sleutel komt brengen krijgt hij ook meteen ruzie met de beheerder over mijn fiets. Mijn fiets blijft voorlopig buiten staan en ik ga naar mijn heerlijk royale appartement.
Een uur later worden handdoeken gebracht. Ik mag ook mijn fiets in het appartement plaatsen. Beneden volgt er een nieuwe discussie met de beheerder. Ik hoor hem aan het einde van de discussie zeggen a mano. Dus ik neem mijn fiets onder de arm en loop de 18 trappen op naar de 6e verdieping. No problem.
In de avond is het nog heet in de stad. Ik wandel eerst naar het Vaticaan. Vervolgens dwaal ik een paar uren door het centrum van de stad. Ik ben onder de indruk van het Pantheon. Ik ben hier al een paar keer geweest, maar in mijn herinnering was het toch een minder indrukwekkend oud gebouw.
Het avondlicht staat prachtig op de Spaanse trappen. Rond de Trevi fontein is het natuurlijk weer erg druk. In een rustig straatje eet ik pasta op een terrasje. Onder het eten bedenk ik of ik nog verder zal wandelen. Ik besluit niet meer naar het Colosseum te wandelen, maar terug naar mijn appartement. Wel loop ik later in de avond nog een keer naar het Vaticaan, dat prachtig verlicht is.
Morgen fiets ik in de ochtend door Rome en in de middag neem ik de trein naar Milaan. Overmorgen fiets ik in de ochtend door het centrum van Milaan. In de middag neem ik de trein naar Zürich en vandaar de nachttrein naar Nederland.
Ik heb 12 dagen gefietst en daarbij 1266 km gefietst met 13877 hoogtemeters.
De totale reis was 16 dagen/nachten. Ik heb 2 nachten in de trein geslapen, 7 nachten in een hotel en 7 nachten gekampeerd. De hotelovernachtingen waren €68,-- per nacht, de campings € 17,57 per nacht en de slaapplaatsen in de trein waren ongeveer net zo duur als de hotelovernachtingen.
Ik heb € 89,40 per nacht/dag uitgegeven. Van de € 1430,-- in totaal heb ik € 343,50 uitgegeven aan de treinreis inclusief de 2 nachten in de trein. Ik heb veel meer uitgegeven per nacht als de laatste jaren op de reizen in bijvoorbeeld Frankrijk. De heen en terugreis was iets duurder. Ik heb in Italië vooral meer geld uitgegeven omdat ik veel minder gekampeerd heb. Ik heb minder gekampeerd omdat ik bij mijn bezoek aan Venetië, Rome en Milaan midden in de stad wilde overnachten en omdat er onderweg 3 campings nog gesloten waren. Toch was Italië niet duur. Als ik de kosten van de heen en terugreis weg laat en de hotelprijzen vervang voor kampeerprijzen dan is Italië ongeveer even duur als Frankrijk waar ik de laatste jaren steeds rond de € 50,-- per dag heb uitgegeven.